“Oost-Afrika werd in de voorbije tien jaar hard getroffen door de stroperijcrisis.  Daardoor is de olifantenpopulatie met bijna de helft gedaald”. Dit zegt John E. Scanlon, secretaris-generaal van CITES. “Maar sinds de piek in 2011 is er een gestage daling in de stroperij. Uit de laatste cijfers van 2016 blijkt dat ze gedaald is tot onder het niveau van 2008. Dat toont ons wat er mogelijk is met een volgehouden en collectieve strijd op het terrein, gekoppeld aan een sterke politieke wil.”

Tanzania blijft het belangrijkste bastion voor de olifantenpopulatie in de regio. Ook in Oeganda, Kenia en Rwanda zijn de populaties stabiel of licht groeiend. Botswana blijft het land met de grootste olifantenpopulatie in Afrika. Ook in Namibië en Zuid-Afrika gaat de populatie er op vooruit.

Tot zover het goede nieuws, want in Centraal-Afrika zijn dramatische verliezen opgetekend en blijft de stroperij hoogtij vieren. De Internationale Unie voor Natuurbescherming (IUCN) schat de afname van het aantal exemplaren op meer dan 111.000 in de voorbije tien jaar.

En hoewel de stroperij afneemt, worden in heel Afrika nog altijd te veel olifanten gedood om de populatie stabiel te houden.

Inbeslagnames

Opvallend is ook dat er wereldwijd niet eerder zoveel ivoor is onderschept. In 2016 ging het om in totaal bijna 40 ton – of bijna drie keer meer dan het totale gewicht dat in 2007 werd onderschept.

“Die groeiende trend kan het gevolg zijn van de toegenomen inspanningen door douane- en politiediensten en meer waakzaamheid in de transportsector”, zegt Scanlon.

De Verenigde Staten kondigden al een totaalverbod op binnenlandse handel af. Ook Groot-Brittannië, China en Hongkong hebben zo’n verbod aangekondigd. Uit rapporten van ngo’s blijkt dat de marktprijs van ivoor behoorlijk is gedaald.

“Het record aan inbeslagnames kan ook een indicatie zijn dat de smokkel beïnvloed wordt door het vooruitzicht van meer controle. Daarnaast speelt het verbod op binnenlandse handel een belangrijke rol in de dalende prijs”, zegt Scanlon. “De internationale syndicaten achter de stroperij en smokkel verkopen in paniek hun voorraden. Ze realiseren zich dat inzetten op het uitsterven van de soort een slechte gok was, nu er een steeds groter risico is om gepakt te worden.”

Uit cijfers van het VN-bureau voor Drugs en Misdaad (UNODC) bleek eerder al dat er meer ruw ivoor wordt geïmporteerd in de Aziatische markten dan er geconsumeerd wordt. Tegelijk voeren regeringen van twintig landen en de transportsector hun inspanningen op en is er ook meer geld voor de strijd tegen de smokkel en stroperij.

Conflicten

Stroperij is lang niet het enige probleem voor de olifant. Ook het veranderende landgebruik en de steeds kleinere habitat leiden tot toenemende druk en steeds meer conflicten tussen mensen en olifanten.

“Er is een wereldwijde inspanning die vruchten begint af te werpen, maar we zijn er nog niet”, zegt Scanlon. “We moeten volhouden en het momentum aan politieke, financiële en technische steun gebruiken. Want hoewel de Afrikaanse olifant het beter doet, zien we die vooruitgang niet in alle regio’s. Sommige lokale populaties zijn nog steeds ernstig bedreigd. We zien ook dat andere soorten nu steeds meer in het vizier komen van internationale criminelen, zoals bijvoorbeeld waardevolle houtsoorten.”

Bron: IPS, geplaatst 29 oktober 2017