Professionele en empathische reisorganisator
Van Mambulu! Safaris kregen wij uitgebreid en deskundigadvies, gebaseerd op hun eigen reiservaring, en met goede kennis van lokale operatoren (autoverhuurders, lodges, tentenkampen), de staat van de wegen en de mogelijke impact van de wisselvallige weersomstandigheden op onze reisplannen.
Toen onze bagage niet arriveerde in Maun heeft Mambulu! Safaris samen met de lokale operator de zaak opgevolgd bij Air France en Airlink, zodat onze tassen voor ons klaarstonden toen we terugkwamen uit de Kalahari.
Deze reis was onvergetelijk voor ons, door haar mix van avontuur (self-drive) en comfort (tentenkampen), en dat alles in die gigantische dierentuin die Botswana is, waar weinig toeristen zijn en waar de kampen geen omheiningen hebben !
Reeds een jaar stond onze reis naar Botswana gepland, in de hoop dat covid tegen dan zou geluwd zijn. Op 31 maart 2022 is het dan zover; we vertrekken voor 4 weken. We checken onze bagage in en nemen de TGV van Brussel Zuid naar Charles de Gaulle in Parijs en vandaar naar Johannesburg. Dat vliegtuig heeft 45 minuten vertraging waardoor we in Jo’burg slecht een uur hebben om de vlucht naar Maun te halen. Dat lukt, maar eens daar aangekomen blijkt onze bagage er niet te zijn. Onze lokale agent is heel behulpzaam met het invullen van papieren en we spreken af om de volgende dag tegen de middag terug naar de luchthaven te komen, in de hoop dat de bagage dan terecht zal zijn.
Ondertussen hebben we onze huurauto, een Toyota Hilux, in ontvangst genomen, met alles erop en eraan: daktent, kampeerspullen, ijskast, Garmin GPS en een satelliettelefoon voor noodgevallen. We vragen een extra reservewiel, aangezien we de eerste 3 weken zelf rijden. Op zaterdag is onze bagage nog altijd niet terecht en beweert Airlink onze tassen nooit ontvangen te hebben van Air France. We besluiten extra inkopen te doen in Maun; sandalen, T-shirt, shorts en wat medicijnen, om op zondag naar de Kalahari te vertrekken. Eerst mooie asfaltweg tot in Rakops, dan 50 km zandweg tot aan de inkom van het park. We hoeven de park fees niet te betalen, aangezien de ontvanger er niet is. Wanneer we vier dagen later het park uitrijden, worden de park fees (zo’n 200 USD, te betalen in Pula) definitief kwijtgescholden, aangezien ze geen ontvangstbewijs kunnen uitschrijven. Ook dit is Afrika.
Onze eerste dag in de Kalahari bereiken we onze campsite 50 km ver in het park. Wij zijn moederziel alleen. Het begint in de namiddag te regenen en vier uur lang valt er een zachte malse regen. Drie zondagen na mekaar zullen we regen hebben. Het regenseizoen eindigt laat dit jaar en dat heeft serieuze gevolgen voor de toestand van de wegen. Soms doemt voor ons een strook “black cotton soil” op, verraderlijke zachte zwarte modder, waarvan je weg moet blijven, want het zuigt je onherroepelijk vast. Gelukkig vinden we altijd een bypass. De weg is smal na twee jaar nauwelijks bereden te zijn. Doornstruiken krassen genadeloos aan beide kanten. Na de eerste dag merken we dat een spatlap is afgescheurd en een plastic stuk van de achterbumper is ook weg. Een bull-bar was nuttig geweest. De campsites in Botswana zijn nooit omheind. Je moet uitkijken voor wilde dieren, in het bijzonder leeuwen, olifanten, hippo’s, buffels. In het begin is het wat onwennig. We maken een vuurtje met hout dat we kunnen kopen aan de inkom van het park. Eens in de tent komen we er in het donker niet meer uit. In Savuti campsite vonden we ’s ochtends verse sporen van leeuwen, naast de auto. ’s Nachts kon je ze horen brullen. Overdag hoor je alleen het geluid van de stilte. Na vier dagen Kalahari (campsites zonder water, soms zelfs zonder droog toilet maar er ligt een schopje in de auto …) hebben we zin in wat meer comfort. We rijden terug naar Rakops, een dag eerder dan voorzien, om te kamperen bij een simpel hotel.
Dan verwacht men ons in Meno a Kwena, een prachtig tentenkamp aan de Boteti rivier, waar we 2 nachten zullen blijven. Grote verrassing: onze tassen staan er ! Dit kamp is prachtig gelegen aan een bocht in de rivier en het personeel is supervriendelijk. We maken een avondwandeling met 3 Bosjesmannen die ons wegwijs maken in de natuur en hun manier van leven in de Kalahari. We dineren aan een lange tafel onder de sterrenhemel. De olifanten zitten vlakbij maar wagen zich die avond niet in het kamp. De volgende dag staat een lange game-drive op het programma, met een lunch aan de Boteti rivier met zicht op een kudde olifanten. Om 17h zijn we terug in het kamp.
Vervolgens gaan we naar Nxai Pan, eerst het South Camp waar zebra’s en olifanten ongegeneerd de campsite binnen wandelen. Hier is het sanitair blok omheind en kunnen we een douche nemen. De volgende dag kamperen we op campsite nr 2 aan de Baines Baobab. Nooit heb ik een idyllischer site gezien. Rond 18h begint het zwaar te onweren. We springen snel in de auto en wachten tot het over is. Meer dan een uur later regent het nog even hard en inmiddels is het donker. We besluiten in de tent te kruipen, maar constateren dat heel de campsite één grote diepe plas is geworden. We spurten de ladder op om vast te stellen dat onze matras en beddengoed nat geworden zijn van de regen die met de wind door het muskietennet is gewaaid. De volgende ochtend is er geen wolkje aan de hemel. De campsite is min of meer droog maar het meer in de Pan is dubbel zo groot geworden. Het wordt een hele klus om langs de kant van de Pan terug naar de hoofdweg te rijden. Soms dreigen we vast te rijden, maar gelukkig kent Toni het klappen van de zweep met een 4×4. Opgelucht vangen we de weg naar Nata aan, een stuk asfalt met veel potholes in.
In Nata wacht ons een comfortabele lodge met een mooi zwembad en we dineren in open lucht. Dan wacht ons een gemakkelijke rit naar Tlouwana camp in de Leshoma Valley, 18 km ten zuiden van Kasane. Het blijft wel uitkijken voor olifanten die op elk moment kunnen opdoemen langs de kant van de weg. Het kamp ligt op de grens met Zimbabwe en er is enorm veel wild vlakbij het kamp wat zorgt voor een verrassende game drive. De volgende dag doen we een uitstap naar Victoria Falls, waar we een helikoptervlucht doen die ons een prachtig uitzicht op de watervallen geeft. We bezoeken ook even een marktje waar we zien dat 2 jaar corona veel verkopers van souvenirs het leven heel moeilijk heeft gemaakt. De dag nadien doen we een rustige bootcruise op de Chobe rivier, waar we olifanten, krokodillen en nijlpaarden observeren, maar ook veel prachtige vogels.
Vervolgens rijden we van Kasane terug naar Maun, met een stop in campsite Ihaha, prachtig gelegen aan de Chobe. ’s Nachts worden we wakker van een Hippo die voor onze wagen uit het water komt om te grazen. Op weg naar Savuti campsite passeren we een kudde buffels en massa’s impala’s. In Savuti camp krijgen we de site ‘Paradise’ toegewezen, aan de rand van de wildernis, met duidelijke sporen van leeuwen. Hier regent het opnieuw uren, maar niet zo erg als in de Khwai community, onze volgende bestemming en 135 km zandpiste verder. Onderweg is er een extra moeilijke strook zand die gemarkeerd staat met “very sandy ahead”. Yeah … We halen het. Wat verder rijd ik op een tak, die veel langer is dan ik dacht, en die zich vast wringt onderaan de wagen tussen versnellingsbak en uitlaat. Loswringen lukt niet, dan maar de wagen opkrikken en met man en macht opnieuw wringen. Dan maar besloten van die tak door te zagen, maar we hebben geen zaag. Dan maar met het scherpste keukenmes ertegenaan. Het gaat traag. Uiteindelijk krijgen we die tak toch losgewrongen. Opgelucht gaan we verder. De laatste 10 km zijn een beproeving; steeds meer en diepere plassen. We volgen de sporen van vorige wagens. Eén plas is zo diep dat heel de voorruit onder de modder verdwijnt. Dan blijkt dat we het voorpaneel waarachter de radiator zit, verdwenen is. Een toevallige passant vist het voor ons uit de plas en helpt ons de zaak te repareren met ijzerdraad. Alle plastic clips zijn afgebroken of uitgescheurd. Uiteindelijk besluiten we om van nu af aan te voet door de plassen te gaan om de minst diepe route en/of vaste grond te voelen ipv losse modder. Rond 17h komen we uitgeput aan in Sango Safari Camp in de Khwai community, een heel leuk kamp waar we fantastisch onthaald worden. Hier blijven we drie nachten en we hebben ons geen moment verveeld.
Dan is het tijd om terug naar Maun te rijden. De campsite in Moremi slaan we over, wegens te veel regen en wegen in slechte staat. In Maun leveren we de huurwagen in en dan nemen we het vliegtuig naar het statige Pom Pom camp in de Okavango delta. Hier hebben we de meest fascinerende game drives gedaan: een troep wilde honden op jacht gevolgd, leeuwinnen waarvan een met een welpje van een week oud in haar muil, een cheetah met haar nest van vijf jongen, een luipaard in de boom vlakbij, hyena’s die doodleuk op tien meter voorbij de lodge passeren. Na Pom Pom vliegen we naar Gomoti Plains tentenkamp, waar we ook twee nachten blijven. Tijdens de rit van het vliegveld naar het kamp rijden we langs drie leeuwen broeders die een pas gedode kudu verorberen langs de kant van de weg. De reis blijft verrassen en fascineren tot het laatste moment.
Botswana is één grote dierentuin maar dan zonder enige barrière tussen jou en de dieren. Je krijgt een voorkeursbehandeling; je ziet de dieren van héél dichtbij en je kan de gidsen vragen welke dieren je zou willen spotten. Er zijn weinig toeristen en de tentenkampen zijn kleinschalig. De gidsen zijn bijzonder professioneel. Wij hebben van deze reis enorm genoten, ook omdat we de tijd genomen hebben om alles rustig te kunnen doen. Rob Sijm van Mambulu! Safaris heeft alles in detail voorbereid op de ’TravelKey’ App en dat was héél nuttig. Zo wisten we wat we konden verwachten. We hebben al veel landen in Afrika bezocht, maar Botswana is wel héél bijzonder. We snappen dat vele toeristen willen terugkomen naar deze plek waar je nog de ongerepte wildernis kan beleven.
Toni Dohogne en Kristin Van Hoolst
Mechelen, België