Het Katavi National Park staat bekend als een van de weinige écht afgelegen en ongerepte gebieden van alle natuurreservaten in Tanzania. Dit is te danken aan de ligging in het uiterste zuidwesten van het land. Het park ligt weg van de gebaande paden is daarvoor soms moeilijker te bereiken voor sommige bezoekers. Voor degenen die wel de tijd hebben en nemen om het park te bezoeken, wacht een onvergetelijke safari. Als één van de minst bezochte nationale parken is het een bonus voor die weinigen die deze plek bezoeken. Het is een plek voor wie op zoek is naar het Afrika van decennia geleden.

Het Katavi National park bestaat voornamelijk uit hoogvlaktes met grasland en ligt aan een aparte zij-arm van de Great Rift Valley. Het is het derde grootste nationale park. Alleen Serengeti National Park en Ruaha National Park zijn groter. In het nationale park liggen 2 meren, Lake Katavi in het noorden en Lake Chada in het zuiden. De meren worden gevoed door met water uit de Kutuma rivier.

Om in het park te komen moet u een flink eind reizen. Dar-es-Salaam is ongeveer zo’n 16 tot 20 uur rijden. Dat ligt aan de route die u kiest en de kwaliteit van de route op dat moment. Gelukkig is er ook een snellere manier om naar Katavi National Park te komen. U kunt er in een vlucht van 3 uur heen vliegen vanaf Dar-es-Salaam of een 3 uur durende vlucht vanaf Mwanza.

Wildlife

Katavi National Park is het hart van een van de grootste en rijkste natuurgebieden in Tanzania, het Katavi-Rukwa ecosysteem. Het omvat de op een na grootste wildlife populatie van Tanzania (na de grotere nationale parken van de Serengeti en Ruaha). In totaal leven er meer dan 50 soorten middelgrote zoogdieren in het park.

In Katavi National Park leven grote kuddes zebra’s (ongeveer 20.000), topi’s (17.000), buffels (15.000) en impala’s (15.000). De olifantenpopulatie in het park wordt geschat op ongeveer 3.000. Dit aantal is zelfs 6.500 voor het gehele Katavi-Rukwa ecosysteem. Verder leven in het park nijlpaarden, wrattenzwijnen, giraffen, roan antilopen, reed bokken, hartebeesten, waterbokken, elanden, bush bokken en duikers. Sable antilopen en kudu’s zijn zeldzaam. Deze grote hoeveelheid dieren trekt vele roofdieren, zoals leeuwen, luipaarden, gevlekte hyena’s, cheeta’s, wilde honden en krokodillen, wilde katten, serval katten en de caracals.

Beste reistijd Katavi National Park

De meren veranderen in open vlaktes met gebarsten modderlagen tijdens het droge seizoen van juni tot november. De Kutuma rivier krimpt dan tot een smalle stroom, waarin kleine poeltjes overblijven. In deze kleine waterpoeltjes, de enige bron van drinkwater in de wijde omtrek, leven dan honderden nijlpaarden en krokodillen. Hierdoor is Katavi National Park bekend om zijn hoge dichtheid van nijlpaarden en krokodillen, de hoogste van Tanzania.

Tijdens het regenseizoen vullen de meren zich verder met regenwater en zijn de weelderige, moerassige meren een paradijs voor vele watervogels. In het regenseizoen veranderen de graslanden in zompige moeraslanden, afgewisseld met miombo bos en hier en daar een acacia boom.

De beste reistijd is dus in het droge seizoen. Dan zijn alle wegen goed begaanbaar. Ook trekken de dieren naar het weinige water dat er nog is en dus heeft u mogelijk meer kans om dieren te spotten.

Geschiedenis

Het Katavi ecosysteem werd voor het eerst beschermd in 1911 tijdens de Duitse koloniale bezetting als onderdeel van het Bismarck jacht reserve. Tijdens de Britse kolonisatie werd Katavi het Rukwa Game Reserve genoemd tot aan 1932. Onder het leiderschap van Nyerere is het park sterk verbeterd en heeft het de status van National Park sinds 1974. De toenmalige omvang was 2.253 km². Echter, pas in in 1996 werd het Katavi National Park officieel afgekondigd met een omvang van 4.471 km². Er waren toen een aantal jachtgebieden toegevoegd aan de buitenkant van het park. Katavi National Park werd officieel geopend door Willem Benjamin Mkapa, de voormalige president van Tanzania, in 1998.