Hwange National Park is het grootste natuurpark van Zimbabwe. Het ligt in het westen van het land tussen Bulawayo en de Victoria Watervallen. Het park is opgericht in 1928 toen het land nog Rhodesia heette. Daarnaast maakt het park deel uit van het ‘5 Nation Kavango – Zambezi Transfrontier Conservation Area’. Deze conservation area beschermt flora en fauna in Angola, Botswana, Namibië, Zambia en Zimbabwe.

Het park zelf is 14.600 km² groot en heeft een grote variëteit aan dieren. Het is daarmee ook het dierrijkste park in het land.

Flora en Fauna

Het park ligt vlak bij de grens met het woestijnachtige Botswana. Hierdoor is heeft het landschap weinig water en weinig bebossing. Wel zijn er in het juiste seizoen moerassige gebieden op de graslanden. Het noorden van het park is heel anders dan de rest van het park. Hier is de vegetatie vooral mopane. Deze boomsoort is een van de favoriete bomen van de olifanten, en die zijn dan ook veel in het gebied te vinden.

Het park is bijzonder omdat alle beschermde dierensoorten in Zimbabwe in dit park leven. Zelfs de gemsbok en brown hyena zijn hier te bewonderen. Ook de wilde honden zijn hier in verhouding in grote getale aanwezig. De leeuwen zijn de belangrijkste jagers in het gebied. Ze leven hier als echte leeuwenkoningen in een zeer dierrijk gebied. Verder leven er in Hwange meer dan 100 soorten zoogdieren en meer dan 400 soorten vogels. Ook leven er 8 soorten jagers.

Olifanten

Hwange National Park staat bekend om de grote populatie olifanten, dus ook in andere gebieden van het park zijn de dieren te vinden. Er wordt gedacht dat er zelfs te veel olifanten zijn in verhouding met de hoeveelheid begroeiing. In het einde van de 20ste eeuw heeft de overheid meer dan 5.000 olifanten verplaatst naar andere gebieden omdat er te veel in Hwange leefden. Hiermee werd de populatie teruggebracht naar tussen de 12.000 en 15.000 dieren. Dit is ongeveer het maximum aantal olifanten dat het gebied kan voorzien van voedsel.

In 2010 was er opnieuw een meting. Toen bleek dat het aantal olifanten was gegroeid tot 45.000 individuele dieren! Het is dus echt een uitdaging voor het park om zoveel olifanten te voorzien van voedsel en water.

Beste reistijd Hwange National Park

De beste maanden voor het spotten van dieren in Hwange National Park zijn augustus, september, oktober en begin november. Dit zijn de maanden wanneer water echt schaars is in het park, vlak voor het nieuwe regenseizoen. Dit is de tijd dat de dieren naar de waterholes trekken om daar hun water te vinden. U kunt bij uw favoriete waterhole rustig wachten tot de dieren naar u toe komen in plaats van zelf op zoek te gaan naar de dieren.

In het regenseizoen van november tot april is het leven in het park heel anders. De droge velden veranderen in groene vlaktes waar veel dieren lekker grazen van het verse gras. Dit is ook de tijd dat veel dieren jongen krijgen en er dus veel jonge dieren wankelend hun eerste stapjes zetten. Daarbij is deze periode de beste periode voor vogelaars.

Geschiedenis

Hwange National Park begon als een koninklijk jachtgebied. De koningen die er jaagden waren Mzilikazi en zijn opvolger Lobengula. Echter toen er ook blanke kolonisten kwamen jagen verkleinde de dieren populatie snel. Wat er overbleef was een leeggeroofd gebied wat ook niet gebruikt kon worden voor het groeien van gewassen.

Hierdoor werd het gebied in 1928 een game reserve gemaakt. Later vormde het samen met het naastgelegen Robins Game Sanctuary het Hwange National Park. Dit was in 1949. Het Robins Game Sanctuary was origineel bestemd voor zijn koeien en geiten, maar deze werden steeds vaker opgegeten door de leeuwen en luipaarden. Uiteindelijk werd het een echt wildpark van de overheid.

Een van de grote uitdagingen voor het leven in het park is het water. Doordat het een uitloper is van de Kalahari woestijn is water schaars. Het weinige water dat valt in het regenseizoen is niet genoeg om alle dieren in leven te houden tot het volgende regenseizoen. Dit is de reden dat er waterholes zijn gemaakt.